Het Belgisch huurstelsel kent een algemeen regime en drie bijzondere regimes.

Het algemeen regime betreft het gemeen huurrecht en is van toepassing als er geen van de bijzondere huurregimes gelden.

Er zijn drie bijzondere regimes, nl. woninghuur, handelshuur en pacht. Deze regimes worden beheerst door afzonderlijke en specifieke wetten.

De handelshuurwet d.d. 30 april 1951 is van toepassing indien er sprake is van huur van onroerende goederen of gedeelten ervan die, hetzij uitdrukkelijk of stilzwijgend vanaf de ingebruikneming door de huurder, hetzij krachtens een uitdrukkelijke overeenkomst tussen partijen in de loop van de huurperiode door de huurder of door een onderhuurder in hoofdzaak wordt gebruikt voor het drijven van een kleinhandel of voor het bedrijf van een ambachtsman die rechtstreeks in contact staat met het publiek.

Van zodra de wettelijke toepassingsvoorwaarden vervuld zijn, is de Handelshuurwet van rechtswege toepasselijk, ongeacht de kwalificatie die partijen aan hun overeenkomst hebben gegeven.

De handels- of ambachtelijke bedrijvigheid moet de voornaamste functie zijn. Dit betreft vaak een feitenkwestie.